Eiger Ultratrail E101 juli 2014

De voorbereiding voor de Eiger Ultratrail was beter dan die voor het WK skyrunning Ultratrail in Chamonix, die drie weken daarvoor was. Ik was op hoogte geweest, ik had 88km in de benen, ik had 7 weken kilometers kunnen maken in plaats van maar 4 weken. Het enige waar ik me nog zorgen over maakte was dat ik nog niet helemaal hersteld was van de ultratrail in Chamonix. Die had er behoorlijk ingehakt en mijn benen voelde nog als lood. Een groot lichtpunt was dat ik totaal geen last meer had van mijn scheenbeen. Ik had mijzelf als genezen verklaard van het stressfractuur. Mijn rechterknie daarentegen had een behoorlijke optater gehad tijdens de trail in Chamonix en was nog een beetje dik.

Mudsweattrails had de accommodatie en het eten erg goed geregeld in Zwitserland. We hoefden vrijdag ook niet uren in de rij te gaan staan voor ons startnummer en de tassencontrole, ze hadden namelijk geregeld dat we een persoonlijke briefing van de organisator kregen in het Engels en we konden tegelijk onze startnummer en tas laten controleren. Echt heel fijn!

 

De dag voor de wedstrijd maakte ik me nog het meeste druk om mijn hondjes. Het zou erg warm worden op de dag van de trail, 32 graden. Mijn hondjes zouden een groot gedeelte van de dag in de camper moeten blijven, maar dat kon ik ze niet aandoen. Ik had een heel team geregeld zodat ze zoveel mogelijk buiten zouden zijn. Het uitlaatschema zag er als volgt uit: 2:30uur/6:30/11:00/14:30/16:00 tot mijn finish. Echt super lief van al deze behulpzame mensen! Dit was voor mij echt een zorg minder. 

Om 4:30uur was de start. Dit zou mijn laatste grote trainingswedstrijd worden voor het grote doel van dit jaar, de UTMB. De start verliep soepel. Ik wilde vanaf het begin voorin het veld zitten, omdat er snel een versmalling in het parcours zou zitten en met 600 man/vrouw aan de start is het wel zo prettig als je daar een beetje door kan lopen.

 

De eerste klim naar Fully kwam al snel. Ik liep lekker. Ook de eerste afdaling kon ik als een raket naar beneden nemen, ik werd nog speedy consales genoemd. De tweede klim naar de Faulhorn was erg lang, steil en zwaar. Maar ik liep gestaagd door en aan de top stonden Marc en Charissa, wat mij hielp om het laatste stukje van de klim op tempo te blijven lopen. Marc hielp me met het vullen van mijn waterzak. Hierna zou een hele lange afdaling volgend tot in het dal. Deze afdaling liep minder lekker. Ik kreeg last van mijn hiel en van mijn buik. Ik moet drie keer een noodstop maken voor een toiletbezoek. Na zo’n bezoek was ik compleet leeg. Ik had diarree. Het werd steeds warmer en ik ging mij zorgen maken over mijn vocht- en energie-voorziening, want door de diarree hield ik weinig eten en drinken vast. Ik liep niet meer lekker, en dat al op het 40km punt. De twijfel of ik de 101km zou gaan finishen sloeg toe. Het dalen ging wel beter dan in Chamonix, maar dat gebonk op mijn buik voelde alles behalve lekker en mijn hiel werd steeds pijnlijker. Ik moest op mijn tenen afdalen en af een toe even stoppen met rennen om mijn buik tot rust te laten komen. Menno kwam mij voorbij en hij adviseerde mij om bouillon te gaan drinken, zodat ik beter het vocht zou vast houden. Dit hielp inderdaad goed. Mijn buik werd rustiger, alleen mijn hiel werd er niet minder op. Op het 50km punt mochten we een dropbag afgeven, dit had ik gedaan en daar zaten ook een paar reserve schoenen in. Het nadeel van deze schoenen was dat het profiel helemaal versleten was, maar het voordeel was dat ik deze schoenen al meerdere trails gedragen had. Na de wissel werd de pijn in mijn hiel niet minder, maar ook niet erger. Het kon er nog mee door. Op dit moment steigde ik liever dan dat ik daalde. De pijn was nog wel dragelijk, maar ik had geen idee voor hoe lang, want ik was nog maar op de helft.

Ik dacht na over hoeveel schade ik hiermee zou berokkenen voor de UTMB, want dit moest ten slotte een trainingswedstrijd worden. Ik wilde door want een DNF achter mijn naam, wil ik liever ook niet. En wie weet valt het allemaal wel mee met de schade, mijn spieren deden het immers prima. De tijd die ik zou lopen zou op dit moment niet representatief zijn voor wat ik die dag zou kunnen, maar ik had vandaag maar een doel voor ogen en dat was finishen. Gestaagd, maar me tminder snelheid ging ik verder. De trail was prachtig en daar kon ik echt van genieten.

 

Op het 80 kilometer punt zag je Grindelwald, de start en finish locatie, al liggen. Het verneukeratieve daarvan was dat dit niet de laatste afdaling was. We moesten namelijk nog een klim maken om het hele cirkeltje rond te krijgen. Deze afdaling ging voor geen meter, ik kreeg stekende pijnen in mijn hiel en ik hield het niet meer. Ik moest iets doen wat ik niet graag doe om verder te kunnen, pijnstillers nemen. De finish was nu zo dichtbij. De laatste klim was leuk en speels, echt een Ardennenklim, met boomwortels en slootjes. Ik wist dat ik er bijna was en dat ik de finish ging halen. Ik rook de stal al. Toen ik de camping in Grindelwald bereikte barstte het publiek los. Ik werd hard aangemoedigd en dit gaf mij vleugels. Nog een laatste klimmetje naar het drop toe en 1 km in het dorp en ik zou de 101km volbracht hebben. De laatste kilometers werd ik gedragen door het publiek. Ik kreeg een adrenaline shot die mij nog heel ver kon brengen. De finish streep was in zicht, daar was het hele MST team en daar waren mijn twee grote vrienden, Zepp &  Zavie! Er werd hard geschreeuwd, geklapt en geblaft, ik had het gehaald in 17:46uur, 5e VSEN en 12 overall. Ik was blij, de honden waren door de dolle heen en het MST team was geweldig! Een wedstrijd die tot in de puntjes is georganiseerd met een prachtig parcours in een schitterend omgeving! Bedankt!!!

 

 

Wat minder vrolijk was ik toen ik mijn sok uittrok. Ik had nog gehoopt dat het mee viel, maar helaas… mijn hele hiel lag eraf… En nu… op naar Frankrijk om te herstellen, werken en te trainen voor de UTMB.